WINTER 1979
Er was er na dagen niet op
uitgekeken.
De koude winter wou maar
eerst niet om.
Ze presenteerde zich dat jaar
met streken.
En Pelleboer lachte zich weer
krom.
De dagen kort, de nachten
lang.
Voor een sneeuwbui in ’t
geheel niet bang.
Een kleine dochter in
november pas geboren,
Liet zich door kou en sneeuw
niet storen.
Het aardgas was nog niet zo
duur.
De kachel brandde uur na uur.
En wat niemand had verwacht,
Gebeurde in die ene nacht..
Een sneeuwbal daalde uit de
lucht;
er stond een storm, ’t was geen zucht was geen zucht.
Dit loeide om het huis aan
één stuk door.
Veel lawaai, maar je kon er
nog om slapen hoor.
De volgende dag blies je
bijna van de weg.
Er was geen doorkomen aan,
voor leerlingen pech?
Nog zie ik Vrolijk door de
sneeuw heen ploeteren.
“Zo geven we geen les”,
hoorde ik hem foeteren.
De weg naar school was onbegaanbaar.
Er reed geen auto meer.
Voor fietsen had de wind te
veel misbaar.
Het was in één woord pokkenweer.
De buren waren volledig
ingesneeuwd
Nog voor ze ‘s morgens één
keer hadden gegeeuwd.
Sneeuw woei door alle kieren
van het huis.
Het was buiten uren achtereen
niet pluis.
De huizen aan de Langestraat
waren meters ingepakt in sneeuw.
Menig Zuid-, Noordhorner
stond later te werken als een leeuw.
Toen de wind zich eindelijk
had neergelegd.
Werd door menigeen een stevig
woord gezegd.
Huizen moesten compleet
worden uitgegraven.
Velen kwamen met schoppen en
sneeuwruimers opdraven.
We hebben toen met
sneeuwruimen verdiend.
Het spreekwoord: “Een goede
buur is beter dan een verre vriend”
Je leerde toen hoe je moest
steken met een schop.
En de reclamespreuk van Iglo
dreunde door je kop.
Een oude buurman werd uit
zijn isolement gehaald.
Na uren werken werd door
niemand nog gebaald.
Op de weg kwam je de wereld
mensen tegen,
Die foto’s maakten en
sneeuwbergen bestegen.
Velen liepen tussen Noordhorn
en de brug
Op en neer, heen en terug.
Bij ’t noodgebouw waren de
kachels in sneeuw verpakt.
Ze werden door een knokploeg
uit het personeel aangepakt.
De hele dag stonden zij te
werken.
Voor hun leerlingen, die
vlerken.
Een bulldozer kwam het plein
schoon te vegen.
De volgende dag begon de
school om half negen.
Het plein was stuk gereden.
De leerlingen ontevreden.
Sneeuwballen gooien konden ze
wel
En dat deden ze bel na bel.
Er lag zoveel sneeuw in die
dagen,
Dat je, als iemand om iets
kwam vragen
“Als de sneeuw weg is” zei.
Dus weer een spreekwoord
erbij.
De overstroming bij de dooi
viel mee.
Wel lag de sneeuw nog
wekenlang op stee.
Maar och, aan alles komt een
end,
We waren zo met sneeuw
verwend.
Nu jammer, dat het overging
’t Is allemaal herinnering.
Daar doen we ’t dan deez’
winter maar weer mee.
Nu zijn veel jaren voorbij gegaan.
We hadden ook geen Elfstedentocht meer
en zulke sneeuwstormen bleven ook uit.
Van al die dingen vernamen wij niets meer.
Dat betekent misschien, dat de temperatuur stijgt
en wij leven in een andere tijd.
Ik herinner, toen wij nog woonden aan de Oosterhamrikkade,
dat het kanaal was bevroren en de Floresvijver ...
....en ook de Hamburgervijver
....en de ijsbaan achter het Noorderstation
.......was met schaatsen berijdbaar
De loopbrug bij het Noorderstation
Het Noorderplantsoen
HAMBURGERVIJVER
Er wordt nu op sommige weilanden nog geschaatst op zeer dun ijs.
Reken maar uit:
We hebben nu in 2018- 1979: Negendertig jaar geleden.
Dat betekent, dat mijn dochter bijna 40 jaren oud is,
want zij werd geboren in 1978,
toen Nederland tweede werd bij de WK in Argentinie.
Dat is dan ook wel veertig jaren geleden.
In 2018 doen de Nederlanders niet eens meer mee.
Wel hebben we in februari 2018.... dat de gouden medaille valt toe aan een Nederlander op de 10.000 meter.... waar wij nog goed in zijn, .......maar wel op kunstijs!
Reacties
Een reactie posten